Klimaatboom 2: Celtis occidentalis

Bijna dagelijks zie ik hem staan op mijn weg naar huis, deze Celtis occidentalis of westerse netelboom. Zwepenboom wordt hij ook wel eens genoemd, verwijzend naar zijn lange en buigzame eenjarige twijgen die nog steeds gebruikt worden als basis voor het lederen vlechtwerk van kwaliteitsvolle paardenzwepen.

Inheems in het midwesten van Noord-Amerika is hij zeer flexibel in zijn keuze van groeiplaats. Vaak zie je hem hier samen met amberboom en pecannoot in bossen of langs rivieren, maar je kan hem even goed tegenkomen op steenachtige berghellingen. Voedselrijk of voedselarm, droog of vochtig, licht-zuur of basisch, hij voelt zich makkelijk thuis. En juist dat maakt hem ook bij ons in stedelijk gebied een zeer geschikte keuze waar hij weinig moeite zal hebben met droogte, verharding of sterke wind.

De westerse netelboom groeit krachtig, grillig en met een vroege vertakking uit tot een maximale hoogte van ongeveer 15 meter. De stam en gesteltakken zijn grijs van kleur en hebben diep gegroefde kurklijsten. Zijn takken vallen mooi open en vormen een brede, ronde kroon waaruit gezaagde, eironde bladeren ontspringen met een lange spitse top. Kenmerkend is de scheve, hartvormige bladvoet hetgeen ineens ook zijn familie verraad: de Ulmaceae of iepachtigen. In mei bloeit de zwepenboom met kleine, witgroene bloemen welke doorheen de zomer uitgroeien tot kleine, roodzwarte steenvruchten die tot lang in de winter aan de boom blijven hangen. Bloemen en vruchten zijn een voedselbron voor bijen, hommels, vlinders, vogels en zelfs kleine zoogdieren.

Een ijzersterke, flexibele en breed toepasbare boom met waarde voor de biodiversiteit dus. Ik plant hem met veel plezier aan!

Vorige
Vorige

To knot or not to knot ?

Volgende
Volgende

Klimaatboom 1: Corylus colurna